De Romeinen vereerden hun goden door middel van offergaven, gebeden en rituelen. Offergaven waren vaak dieren, zoals schapen, geiten en stieren, die op het altaar van de godheid werden geofferd. Het bloed van het geofferde dier werd opgevangen en gebruikt om de godheid te eren. Gebeden werden uitgesproken door de priesters en de gelovigen om de goden te danken of om gunsten af te smeken. Rituelen waren belangrijk om de goden te eren en werden vaak uitgevoerd door de priesters.

De Romeinse religie had ook een sterk verband met de politiek. De keizers van het Romeinse Rijk werden vaak vereerd als goden en hadden een speciale band met de goden. Zo werd Augustus, de eerste keizer van het Romeinse Rijk, vereerd als de zoon van de oppergod Jupiter. Ook werden er vaak tempels gebouwd ter ere van de keizers en hun familieleden.

De Romeinse religie had ook invloed op de samenleving. Zo werden er bepaalde dagen als heilig beschouwd en werden er op die dagen geen oorlogen gevoerd of rechtszaken gehouden. Ook werden er feesten gehouden ter ere van de goden, zoals de Saturnalia, een feest ter ere van de god Saturnus, waarbij de rollen werden omgedraaid en slaven tijdelijk de baas werden over hun meesters.

Hoewel de Romeinse religie sterk verankerd was in de samenleving, waren er ook andere religies en filosofieën die werden beoefend in het Romeinse Rijk. Zo werden het jodendom en het christendom in de eerste eeuwen na Christus steeds belangrijker en kregen deze religies een grote invloed op de samenleving.

In de eerste eeuwen van het christendom werden christenen vaak vervolgd door de Romeinse autoriteiten. Dit kwam omdat de christenen de keizer niet als god wilden vereeren en omdat zij weigerden de Romeinse goden te aanbidden. Pas in 313 na Christus werd het christendom toegestaan door keizer Constantijn en werd het uiteindelijk de officiële religie van het Romeinse Rijk onder keizer Theodosius in 380 na Christus.

De opkomst van het christendom leidde tot een verandering in de Romeinse religie en cultuur. 

Er ontstond een strijd tussen het christendom en de traditionele Romeinse religie. Veel Romeinen waren tegen de opkomst van het christendom omdat zij het als een bedreiging zagen voor hun traditionele religie en cultuur. Het christendom bracht nieuwe ideeën en normen met zich mee die niet altijd overeenkwamen met die van de traditionele Romeinse religie.

Toch waren er ook Romeinen die zich tot het christendom bekeerden en die een belangrijke rol speelden in de verspreiding van het christendom binnen het Romeinse Rijk. Onder hen waren de apostelen Petrus en Paulus, die beiden in Rome hebben gepredikt en uiteindelijk ook werden vervolgd en gedood door de Romeinse autoriteiten.

De opkomst van het christendom betekende ook een verandering in de religieuze praktijken van de Romeinen. Veel tempels en heiligdommen van de traditionele Romeinse religie werden omgebouwd tot christelijke kerken en heiligdommen. De christelijke feestdagen werden geïntroduceerd en vervingen de traditionele Romeinse feestdagen.

Toch duurde het nog lang voordat het christendom de traditionele Romeinse religie volledig verving. Veel Romeinen bleven vasthouden aan hun traditionele religie en praktijken, en het duurde nog tot de 5e eeuw na Christus voordat het christendom de enige officiële religie werd van het Romeinse Rijk.

In deze periode waren er ook nog steeds andere religies en filosofieën die werden beoefend binnen het Romeinse Rijk, zoals het mithraïsme, een mysteriereligie die was overgewaaid uit Perzië, en het neoplatonisme, een filosofische stroming die was ontstaan in Griekenland. Deze religies en filosofieën hadden echter steeds minder invloed op de samenleving en werden uiteindelijk verdrongen door het christendom.

In de latere periode van het Romeinse Rijk werden de christelijke kerk en de keizerlijke macht steeds meer met elkaar verweven. De bisschop van Rome, later bekend als de paus, kreeg steeds meer invloed op politieke beslissingen en de keizerlijke macht werd gebruikt om de kerk te beschermen en te ondersteunen.

Toch bleef de Romeinse religie een belangrijke rol spelen in de geschiedenis en cultuur van Europa. Veel aspecten van de Romeinse religie en cultuur zijn nog steeds terug te vinden in moderne samenlevingen, zoals de kalender, de architectuur en de literatuur. De invloed van het christendom op de Westerse cultuur is echter minstens zo groot en heeft een blijvende impact gehad op de geschiedenis van Europa en de wereld.